Jaren geleden hoorde ik de term voor het eerst: “Ja, zij is echt een extravertje”. Een watte? Inmiddels is vrijwel iedereen in onze maatschappij ergens ingedeeld en hebben we allemaal een labeltje. Inclusief tussenvormen voor mensen die níet precies in de labeltjes passen.
Volgens de norm ben ik – denk ik – een introvert. Lang niet alle eigenschappen zijn van toepassing op mij, maar ik heb maar beperkt andere mensen nodig voor mijn geluksgevoel en ik weet dat er mensen zijn die dat anders hebben. Door het een naam te geven hoef ik me niet langer schuldig te voelen als ik het niet leuk vindt om op feestjes in het middelpunt van de belangstelling te staan. Dankzij mijn introverte label, mág dat gewoon. Net zoals mijn dromerigheid en mijn gebrek aan structuur in mijn hoofd, me veel minder ergert sinds ik weet dat ADD bestaat en dat het gewoon een bepaalde werking is in de hersenen. Ik ben niet laks of dom, mijn hoofd reageert gewoon anders op sommige dingen dan mensen die wél weten waarmee ze moeten beginnen. En het is fijn om te weten dat als sommige mensen in mijn omgeving zich volgens mijn norm een beetje aanstellen als ik weer eens te hard met een deur smijt, dat het komt door HSP.
Want dat is wat labels doen: ze rechtvaardigen bepaalde eigenschappen. En dat is fijn, maar eigenlijk zou dat toch niet nodig moeten zijn. Want we kunnen die eigenschappen toch ook gewoon omarmen zónder dat we daarop meteen een label moeten plakken. Want dat label suggereert vaak dat er iets mis is. Dat je afwijkt van de massa. Wat helemaal niet zo is. Want iedereen heeft wel een soort van label, want hé, iedereen heeft karaktereigenschappen. Er zijn eigenlijk helemaal geen mensen die níet afwijken. Want ‘de norm’ bestaat niet. Er zijn hoogstens mensen die zich goed kunnen aanpassen aan hun omgeving.
Wie ben ik nu eigenlijk?
Maar volgens mij is het veel nuttiger dan labels om eens een middagje alleen ergens te gaan zitten en goed na te denken wie je nu eigenlijk bent, wat je prettig vindt, hoe je in elkaar steekt en om dat te omarmen.
Dus bij deze een korte schets van wie ik nu eigenlijk ben.
- Ik hou van rust, maar niet teveel, want dan mis ik prikkels
- Ik hou van drukte, maar dan hoef ik er zelf niet zo’n grote rol in te spelen, ik observeer dan graag
- Ik heb niet heel veel andere mensen nodig om me gelukkig te voelen
- Zonder andere mensen word ik heel erg ongelukkig
- Ik vind het interessant om te kijken hoe andere mensen dingen doen
- Ik kan me vaak slecht concentreren
- Behalve als ik iets heel erg interessant vind, dan kan ik me heel goed concentreren
- Ik ben snel afgeleid en daardoor ook creatiever. Want ik zie in alles een idee
- Soms is dat retevermoeiend en dan denk ik dat ik gek word
- Ik ben sowieso vrij bang om gek te worden
- Ik ben zo niet-HSP dat er een kanonskogel kan worden afgevuurd en ik hoor het niet
- Vervelende geluiden kan ik me heel goed van afsluiten
- Van veel mensen krijg ik geen emotionele prikkels
- Van kinderen dan weer wel, als het daar om gaat dan ben ik zó gevoelig
- Vooral de wat zieligere kinderen raken me precies in m’n hart.
- En daar wil ik dan graag – in stilte – een creatieve oplossing voor verzinnen
- Zoals ik eigenlijk voor alles graag een oplossing wil vinden
- Want eigenlijk wil ik wel echt heel erg graag de wereld verbeteren
Maar of het nou in een hokje past of niet, volgens mij is het het allerbelangrijkste dat je accepteert hoe je bent. En dat eigenlijk niemand ‘mainstream’ is, omdat dit niet bestaat. Extraverte mensen willen graag iets rustiger worden en introverte mensen willen iets meer durven. Zoals mensen met krullen stijl haar willen en mensen met stijl haar krullen. Dat is een soort oerding in ons brein. En daar is niets mis mee, want door die drang tot (zelf-)ontwikkeling zijn we zover gekomen in de evolutie.
Maar als we nou iets meer accepteren dat het – voor nu – prima is zoals we zijn. Dromend of met een duidelijk doel, soms druk en soms rustig en moe. Soms vervelend voor onszelf en helemaal uniek.
En bovendien echt veel te ingewikkeld voor een labeltje 😉
Haha, zo is ’t maar net. Veel te ingewikkeld voor een label. Ik omschrijf mezelf altijd (aaallltijd, alsof ik het er iedere dag over heb) als ambivert met een neiging naar introversie. Ik kan namelijk heel goed alleen zijn en laad ook echt op van alleen zijn. Maar aan de andere kant ben ik ook snel afgeleid en praat ik soms voordat ik uberhaupt heb nagedacht over m’n zin. Prikkels van buitenaf, en dan vooral in drukke steden of op feestjes, trek ik wel maar niet heel lang. Soms denk ik ook wel dat ik hsp ben of heb (?), maar het zijn slechts enkele kenmerken. Dus ja, ik geloof ook: je kunt niemand ooit echt labelen volgens mij.