Ga naar de inhoud

Waarom ik graag religieus was geweest (maar het nooit word)

Bron: pixabay

Ik ben opgegroeid in een communistisch oord waar kerken gebruikt worden door de plaatselijke toneelvereniging. Ik ben zelfstandig, nuchter, in balans, kritisch op invloedrijke mensen en wars van dogma’s. De kans dat ik ooit religieus word is nihil. Maar eigenlijk is dat wel jammer.

Na tien jaar wonen op de Veluwe weet ik inmiddels wat er te koop is op godsdienstig gebied en het is niet echt iets voor mij. Hoewel mijn sociale leven er vast beter uit had gezien als ik me had aangesloten bij een kerk of groepering, heb ik nooit de drang gevoeld. Geloof lijkt me ook juist iets dat je alleen doet en niet in een gemeenschap. Om zoiets ‘ongrijpbaars’ te omarmen lijkt me sowieso al een uitdaging, laat staan dat andere mensen me zouden gaan vertellen hoe ik dat dan zou moeten omarmen. En de bijbel vind ik historisch gezien zo ‘politiek handig’, dat ik me niet kan voorstellen dat een God het zo bedacht heeft.

En daarnaast, als kind uit een bijna anarchistische regio is het hele idee van die kerkelijke hiarchie voor mij onaanvaardbaar. Ik denk dat niemand ‘goddelijker’ is dan een ander. En dat je sowieso als ‘nietig’ mens daarover niet kan oordelen.

Maar er is één ding dat me heel erg aanspreekt aan religie.

Liefdevol naar jezelf kijken

Als je mediteert en sowieso bezig bent zelfontwikkeling is er één storend ding dat alles moeilijker maakt. Namelijk dat je op jezelf kritischer bent dan op ieder ander. ‘Bekijk jezelf als een goede vriendin’ is een veelgehoord advies, maar bij mij werkt dat niet zo. Als je religieus bent is dat anders. Dan kun je wel kritisch zijn op jezelf, maar ga je uit van het idee dat je met een reden op aarde bent en dat er iemand is – die boven alles staat – die onvoorwaardelijk van je houdt. Je kunt jezelf bekijken door de ogen van een derde die véél liefdevoller is dan jij zelf ooit zou kunnen zijn.

In plaats van mediteren, bidt je en je legt daarmee de verantwoordelijkheid bij een ander. Je deelt als het ware de verantwoordelijkheid voor je geluk. En dan lijkt de last me iets minder zwaar. Je basis is wat steviger. En als jezelf door de ogen van een God ziet, dan zie je misschien een beter, mooier en belangrijker mens. In plaats van egoïstisch aan jezelf te denken, ben je onderdeel van een groter plan.

En ook al gaat de bijbel ervan uit dat de mens geboren wordt in zonde, uiteindelijk kunnen de meeste mensen denk ik wel de conclusie trekken dat ze toch wel hun best hebben gedaan. Ik vind tenminste wel dat ik een goed mens ben die – in een christelijke waarheid – naar de hemel zou gaan. Maar onvoorwaardelijk van mezelf houden en mezelf een belangrijke plek op aarde toedichten? Nee.

Om heel eerlijk te zijn: ik weet niet beter dan dat ik vooral een product ben van atomen, stof, neutronen of protonen, ontstaan uit miljoenen jaren aan heel veel celdelingen.

En hoewel dat ook relativeert, vind ik dat soms wel een beetje treurig.

Maar ik kan mezelf niet overtuigen van een ander idee.

4 reacties op “Waarom ik graag religieus was geweest (maar het nooit word)”

  1. Ik snap het. Mijn oma was zo mooi gelovig, en het gaf haar veel steun. Maar zelfs als kind kon ik er niet aan. Ik wil hooguit toegeven dat een mogelijk goddelijke macht niet te bevatten zal zijn door mensen. Dus het hele idee van religie lijkt me nutteloos en een beetje pretentieus, als er een goddelijke macht is. Maar goed, als het mensen steunt en maakt dat men voor elkaar zorgt, is het een mooi ding. Helaas wordt religie heel vaak misbruikt voor machtspelletjes van mensen, zo zie ik het.

    1. Ik denk dat religie ooit is ontstaan vanwege machtspelletjes. Het is een makkelijke manier om arme mensen onder de duim te houden. Maar tegelijkertijd is het – wat jij zegt – natuurlijk ook altijd gebruikt om voor armen te zorgen inderdaad. Een goede manier om egoïstische mensen medemenselijk te maken (al geloof ik dan weer dat de mens van zichzelf wel erg medemenselijk is)

      In theorie kan het iets heel erg moois zijn, de praktijk is niet altijd zo 😉

  2. Ik vind geloven ook iets voor jezelf, alleen.. Het is makkelijk om met een kudde mee te lopen en als een dwaas schaap overal ja en amen op te blaten. En dit vind ik ondanks dat ik een kerk bezoek. Ik zie mezelf als een vrije vogel die toch gelooft in een schepper. Het bekijken van jezelf door de ogen van een ander die veel liefdevoller is dan ik zou kunnen zijn, is zo makkelijk nog niet voor mij. Daarnaast is jezelf liefhebben ook heel belangrijk: heb je naaste lief-als jezelf. Zonder liefde voor je eigen zijn, zelfcompassie is het voor mij onmogelijk een ander lief te hebben. Ja dat lukt wel voor een tijdje, maar uiteindelijk is de put droog; de bron leeg heb ik ervaren. Ik heb me weten los te rukken uit regels/ dogma’s die alles behalve zeiden: “Het geeft niet dat het zo gaat, ik heb je toch lief”. Voor mij staat verantwoordelijk zijn voor mijn geluk los van God. Ik deel die verantwoordelijkheid niet met hem of ik leg dat niet bij hem neer. Dat vind ik te makkelijk. Het geeft wel vrede voor mij dat dit leven niet eindig is. Dat je gedragen wordt in het lijden. Dat er compassie is, vanuit iets groters dan ik en vanuit daar leer ik compassie te hebben voor mezelf. En ja, dat is ook troostend. Alhoewel ik mijzelf soms ook om mezelf lach dat ik dit dus geloof. Twijfel, onderzoek, beredeneren en uiteindelijk concluderen dat geloven juist onzeker is en dat is dan het enige zekere in mijn leven. Het grootste goed voor mijn meditatiemomenten is dat ik telkens terugkeer naar compassie voor mezelf, naar de ander. Meester Eckhart heeft daar een prachtige quote over: “Je mag god liefde noemen, je mag god goedheid noemen. maar de beste naam voor god is compassie”. Daarbij moet ik zeggen dat ik mezelf niet onvoorwaardelijk liefheb, en een belangrijke plek op aarde toedichten: ik zou willen dat ik dat kon. Ik verlang er wel naar hoor, maar mijn karakter werkt daar niet aan mee: “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg, en denk vooral maar niet dat je bijzonder bent”. Mooie blog trouwens: met een prachtige inleiding. Ik volg je graag  

    1. Dank je voor je uitgebreide reactie. Misschien zie het allemaal wat te rooskleurig. Hier op de Veluwe heb je veel evangelische mensen en die lijken toch de hele dag heel blij te zijn met alles. Maar die hebben natuurlijk ook hun eigen twijfels.

      Compassie vind ik wel een goede. Ik merk vaak zelf dat als ik te onredelijk naar anderen ben, dat ik vooral onredelijk ben naar mezelf en dat dan op anderen botvier. Maar wat goed dat je mediteert ondanks je grote gezin en al die drukte.

Laat een antwoord achter aan Daenelia Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *