Hoe is het mogelijk dat je soms een hele dag bezig kan zijn en nog vol energie in bed duikt en er op andere momenten echt niks uit je handen komt? Het ligt eraan hoe je je energie verdeelt en dat je voor jezelf uitvindt waar je wel en geen energie vandaan haalt.
Terwijl ik als student echt bijna geen energie had (en heel veel tijd) zit ik er nu vol mee (en heel weinig tijd). Deze tips hebben mij afgelopen jaren geholpen om mijn energie beter te verdelen.
1. Een bank maakt lui
Je kunt nog zoveel energie hebben, als je even de bank gaat zitten is het zo weg. Een bank of een ‘hangstoel’ is echt funest voor je energie. ’s Avonds is dat heel erg handig, maar mijdt het overdag vooral. Wil je toch even zitten, ga dan lekker aan tafel zitten, eetkamerstoelen zitten lekker hoog en die houden je fit.
2. Bouw relax-momentjes in
Niemand kan een hele dag actief blijven. Je moet soms even je aandacht laten verslappen of even ontspannen. Ga even surfen op internet, doe een spelletje op de computer, lees een hoofdstuk in een boek, rook een sigaret of ga even iets anders doen dat je Zen maakt. Trek je gewoon even terug zodat je echt even op kunt laden.
3. Eet genoeg op vaste tijden
Het is vrij voor de hand liggend dat eten belangrijk is voor energie. Toch wordt het wel eens vergeten. Bij mij zorgt dat ervoor dat ik futloos word en ook chagrijnig. En als er iets is dat het energieniveau omlaag brengt, dan is het wel chagrijn. Eten is nou juist iets dat je snel vergeet op drukke momenten, terwijl je het dan nodig hebt!
4. Maak een planning voor de dag
5. Weet waaróm je dingen doet
Niet alles wat je doet op een dag is leuk. Maar weet waarom je het doet. Doe alleen dingen die uiteindelijk tot iets moois leiden, dan krijg je vanzelf energie. Als je in een verhuizing zit of in een verbouwing heb je vaak veel energie, ondanks dat je vervelende klussen moet doen. Gewoon omdat je weet dat het resultaat uiteindelijk heel mooi wordt.